Bundel met drie sprookjes die geplaatst worden in een andere tijd. Het sprookje van Assepoester wordt verteld als een liefdesverhaal in Art Deco-stijl, Doornroosje tegen de achtergrond van de jaren vijftig en Rapunzel als een sprookje in de groovy jaren zeventig. Steeds wordt grotendeels de verhaallijn van het oorspronkelijke sprookje gevolgd, maar getransformeerd naar een andere tijd en met een soms verrassend einde. Assepoester heet Greta, en als haar vader hertrouwt krijgt zij twee stiefzusters, de gemene Elvira en de oersaaie Eltrude. Er verschijnt geen fee, maar een 'vriendelijke dame' en er is geen koets, maar 'glanzend witte auto'. Doornroosje is Annabel. Zij woont bij twee tantes en prikt zich aan de naald van de platenspeler. Ze wordt niet door een prins wakker gekust, maar door het meisje Zoë. En Rapunzel wordt gevangengehouden door haar tante Griet. Op een dag klimt Mark langs haar vlecht naar boven. De uitermate humoristische bewerkingen van de klassieke sprookjes geven tegelijkertijd een mooi tijdsbeeld van de jaren dertig, vijftig en zeventig. Ook in de illustraties, qua stijl aangepast aan de tijd, zijn elementen (meubels, mode, gebruiksvoorwerpen) uit die tijd te vinden. Voorlezen vanaf ca. 6 jaar, zelf lezen vanaf ca. 8 jaar.