Door de dood van haar grootmoeder raakte de auteur geïnteresseerd in de betekenis van leven en dood, en met name in wat er gebeurt ná de dood. Dit omdat haar grootmoeder zeer herkenbaar verscheen in haar dromen. Ze ging psychologie studeren en studeerde af op het thema bijna-doodervaringen. In dit boek beschrijft ze de weg die ze heeft afgelegd om de kloof tussen leven voor en na de dood te overbruggen. Ze deelt haar ervaringen om de scepsis weg te nemen die vaak heerst rond dit onderwerp. Stapsgewijs laat ze de lezer kennismaken met het hiernamaals en hoe verschillend stervensprocessen kunnen zijn. Diverse persoonlijke ervaringen uit haar praktijk worden beschreven waarbij ze ook aandacht besteed aan de moeilijkheden die kunnen worden ervaren bij de drempelovergang naar het hiernamaals en de periode daarna. Ze schetst de vele mogelijkheden waarop mensen kunnen sterven en wat dat met ze doet ná hun dood. Tevens geeft ze de lezer tips hoe men zelf overledenen waar kan leren nemen. Gestoeld op de antroposofische werken van Rudolf Steiner schetst auteur hoe het stervensproces en het leven na de dood is volgens de eigen ervaringen uit haar psychologiepraktijk.