In deze autobiografie in briefvorm, 'de natuurlijke tegenhanger' van 'La Superba', schrijft Ilja Leonard Pfeijffer brieven aan een vroegere geliefde met wie hij ooit naar Genua fietste, aan zijn moeder, uitgever, accountant etc. Ook aan zijn jongere zelf (in omgekeerde chronologische datering en in de tweede persoon enkelvoud; de afloop kennend en met adviezen). We lezen een portret van leven en werk. De jeugd in Rijswijk, studie in Leiden, werk aan de universiteit, wording als schrijver, verblijf in Genua, het letterkundige bedrijf, de roem, de eigenzinnige manier van leven, de onvoorstelbare drankconsumptie, zijn liefdes, de actualiteit en literaire kwesties (schijn en wezen, décor) worden belicht. Als lezer schiet je regelmatig in de lach, je aanvaardt behartenswaardige vermaningen, je bent ontroerd, voelt je meegesleept, wilt naar Genua. Hartveroverende brieven zijn het, dat terwijl er soms zelfgenoegzaamheid is. Uiteindelijk ontmoet de schrijver in Genua een nieuwe geliefde, hij zweert de drank af, omarmt het leven. Mooi boek, ook in de reeks 'Privé-domein' (nr. 282) uitgegeven. Voor de Privé-domein-uitgave zie: 2015-50-1765 (2016/16). Ongewijzigde herdruk.