Versteeg (1983) debuteerde met het alom geprezen 'De wezenlozen' (2012). Haar tweede roman doet hier niet voor onder. De naamloze moeder is psychiater en wordt geconfronteerd met de dood van haar Afrikaanse pleegzoon Boy. De psychische gevolgen voor haar zijn groot. Gaat de politie uit van een ongeluk, de moeder denkt aan moord. Gedreven door wraakzucht gaat zij op zoek naar de moordenaar, naar zij vermoedt Hannah, de lerares drama van Boy. Zij bezoekt Hannah en probeert uit haar herinneringen de dood van haar zoon te achterhalen. Hannahs gebrek aan overwicht in de klas, haar nalatigheid, het spelen van Shakespeares Richard III hebben ernstige gevolgen. In de roman is niet alleen de persoonlijke drang tot wraakneming belangrijk, vooral de analyse van relaties (de ik-figuur en haar omgeving, de ik-figuur en Hannah, de ik-figuur en haar man en Hannah en de klas van Boy) dragen bij aan de schuldvraag. Hannah blijkt uiteindelijk feilloos ieders deel (ouders, docente, klasgenoten) van de schuld aan Boys dood te duiden. Zelfs Boy treft schuld. Een superieur verhaal.