De titel van deze boeiende roman is een eiland in de Stille Zuidzee. Bij het zwemmen verdrinkt daar een functionaris van de V.N., die voor ontwikkelingshulp in Bangladesh werkt. Het blijft een wat raadselachtig voorval, hoewel er een Zwitserse arts Bettina bij aanwezig was. Een vriend van de verdronkene, Tommie Vaulant, is de ik-figuur van het boek. Dat is opgebouwd uit ruim twintig korte stukken, waarvan sommige cursief gedrukt. Achteraf blijkt de roman een verzameling gedenkschriften te zijn, die de zuster van Tommie Vaulant na diens dood toestuurt aan de ik-figuur. Er spelen dan verschillende verhalen door elkaar: Indonesische ervaringen van de opa van Tommie, eigen jeugdherinneringen en vooral ervaringen als Nederlands ambassadeur in Bangladesh met als standplaats Dacca. Paperback; normale druk.