Met zijn vredesboodschap richt Zijne Excellentie Mirza Ghulam Ahmad (1835-1908), stichter van de Ahmadiyya Beweging in de Islam, zich tot de hindoes en moslims van India om hun wederzijdse haat, vijandigheid en fanatisme te laten varen en respect voor elkaars godsdienst te tonen. Hij wilde deze tekst op 31 mei 1908 uitspreken, maar overleed al op 26 mei. K. Kamal ud-Din, belangrijk lid van de Ahmadiyya Beweging, heeft de lezing laten drukken en sprak zelf de tekst uit op 21 juni 1908 voor een groot publiek van hindoes, sikhs en moslims in de universiteitshal van Lahore. Een tekst met de islam als religie van rede, vrede en tolerantie. De Ahmadiyya Beweging in de Islam, Lahore, heeft meerdere edities van de Engelse versie gepubliceerd. Bij het uitbrengen van de Engelse versie van 1993, waarop de huidige eerste Nederlandse vertaling is gebaseerd, is de eerdere vertaling grondig nagekeken en herzien.
Voorzien van een woord van de redactie en een index. Pocketuitgave; normale druk.