In deze roman van de Nederlandse schrijver (1984) dwaalt Felix Post, een redelijk succesvol maar tijdelijk vastzittende schrijver, in de dagen rond Kerstmis door Amsterdam. Nihilistisch, zich hedonistisch te buiten gaand aan drank en drugs, probeert hij in contact te treden met de buitenwereld. Een onbereikbaar geworden geliefde doet zich gelden; hij is haar kwijtgeraakt door een dramatische gebeurtenis. De familie in Gelderland, met een speciale rol voor een overleden oom, is met kerst niet te vermijden. Het is een plezierig uitzichtloze roman. Er zijn reminiscenties aan 'De avonden' van Gerard Reve, maar een moderne Frits van Egters wil Felix niet worden. Daarvoor ontbreekt het hem uiteindelijk aan cynisch verbalisme. 'De avonden' naar de kroon steken is ook welhaast onmogelijk. Deze roman heeft zeggingskracht die boeit ondanks of juist door het bijtende pessimisme.