Twintiger Miranda nam na de dood van haar vader zijn business over: het overbrengen van drugs van haar kant van de rivier naar de overkant bij een corrupte eenogige politieman. Wanneer ze bij de laatste opdracht van een corrupte prediker weigert een twaalfjarig meisje over te leveren aan de agent, breekt de hel los. Miranda's leven en dat van haar huisgenoten: een oude heks en een misvormde jongen met visachtige ledematen worden bedreigd. Deze tweede roman van de Amerikaanse auteur is een verhaal van liefde en gebrek daaraan, van afscheid en gemis en zich verlaten voelen. De twee kanten van de rivier staan voor het goede en het kwade. De simpele plot ontrafelt zich traag maar vraagt heel wat concentratie om de tijdlijn bij te houden, de gedachtegangen van de personages en het onderscheid tussen levenden en doden en tussen hier en elders te kunnen volgen. Dit moeilijk te classificeren verhaal (horror, thriller, fabel?) met een hoog literair niveau moet het vooral hebben van het broeierige van het moerasland in het zuiden van de VS.