Bo en Mo gaan met hun ouders op reis naar Spanje. Als ze in Sevilla verdwalen in de tuin van het paleis, neemt de wind ze mee langs andere plaatsen en tijden. Ze bezoeken het Alhambra en zien muzikanten, dichters en biddende mensen. De klokkenmaker brengt ze weer terug in hun eigen tijd. Het jongetje Bo is wat angstig en het meisje Mo is stoer en nieuwsgierig. In veel repeterende rijmende tekst wordt het verhaal verteld. De illustraties vullen aan met sfeervolle beelden van de plekken die ze bezoeken, als kennismaking bedoeld met Andalusië. De wind, verbeeld als witte sliert met een vriendelijk gezicht, is het verbindende element in de afbeeldingen. De geïllustreerde schutbladen laten zien hoe belangrijk de klokken zijn in het verhaal. Dit prentenboek van op diversiteit gerichte uitgeverij Rose Stories laat zien dat meisjes voorop kunnen lopen, zonder dat dit expliciet wordt gemaakt. Vanaf ca. 4 jaar.