In 2006 groeit Obiefuna (15) met zijn jongere broer en ouders op in Port Harcourt (Nigeria), als zijn vader thuiskomt met een jongen van 16 die als leerjongen bij hem komt werken. Obiefuna voelt zich direct aangetrokken tot Aboy en dat ziet zijn vader. Omdat die zich allang ergert aan zijn afwijkende en vrij vrouwelijke oudste, die veel van dansen houdt, stuurt hij hem zeer tegen de zin van zijn vrouw naar een streng-christelijke kostschool in de hoop dat hij steviger wordt. Dat wordt hij niet, hij probeert vooral vier jaar onzichtbaar te zijn. Als hij na zijn eindexamen terugkomt, hoort hij dat zijn moeder kanker heeft. Na haar dood gaat hij optometrie studeren en heeft relaties, o.a. met grote liefde Miebi. Als de Nigeriaanse regering homoseksualiteit strafbaar maakt, besluit Miebi te trouwen en keert Obie terug naar huis. De jonge Nigeriaanse auteur (2000) debuteerde met deze goedbesproken, prachtige roman, die vanuit de perspectieven van Obie en zijn moeder een zeer indringend beeld geeft van Obie en zijn gevoelens, de manier waarop de wereld om hem heen omgaat met homoseksualiteit.