Liesbeth (19, ik-persoon) is student communicatie; haar hobby’s zijn: lezen, dansen seks en voetbal; haar beste en slechtste eigenschap: openhartigheid en haar lievelingskleur is blauw. Ze gaat haar vriend Beer helpen bij een kamp voor dertien autistische kinderen, waarbij ze speciale zorg draagt voor haar stiefbroer Franta. Liesbeth stopt haar hele gevoelsleven in een ‘kastje’ met negen laatjes, zoals de laatjes Hella (haar moeder), gemiste kansen, fouten en ik. De negen hokjes worden middels een getekend symbool (bijvoorbeeld een spiegel of vraagteken) boven de hoofdstukken afgebeeld. De lezer komt dicht op de huid van een weifelende en twijfelende jonge vrouw; een stuiterend en onzeker persoon die vooral op zoek is naar zichzelf. Het turbulente leven - vroeger en nu - wordt o.a. beschreven in e-mails, schema’s, appgesprekken, notulen van vergaderingen, muurkranten, op bierviltjes en notities, waarbij de tijd heen en weer springt. Een ontregelende en intense adolescentenroman die ook oudere lezers kan aanspreken. Een memorabel en imponerend zelfstandig te lezen slot van een fraai drieluik, dat volgt op ‘Survival’ en ‘Niemands meisje’*. Vanaf ca. 15 jaar.
*2015-26-5451 (2015/48) en 2017-25-2689 (2018/02).