Eerste deel uit een achtdelige thrillerserie rond de Londense psychoanalytica Frieda Klein van het bekende schrijversechtpaar. Frieda, midden dertig, heeft een eigen praktijk, woont alleen, wandelt graag ’s nachts door Londen en heeft net een nieuwe relatie. Als een van haar patiënten haar over zijn fantasiezoon vertelt, een klein roodharig jongetje, en er precies zo’n jongetje verdwijnt, verbreekt ze haar beroepscode en schakelt de politie in. Hoofdinspecteur Karlsson neemt het echter niet serieus tot er een link blijkt te zijn met de nooit opgeloste verdwijning van een klein meisje twintig jaar eerder. Hij vraagt Frieda de zus van het toenmalige slachtoffer te interviewen. Goede, vanuit wisselend perspectief geschreven, psychologische thriller met een sympathieke en interessante hoofdpersoon, een intrigerende plot, humor, mooi opgebouwde onderhuidse spanning en een zinderende ontknoping. Het verhaal komt wel wat traag op gang, is ook wat verwarrend in het begin. Maar hoe verder je komt, hoe boeiender en meeslepender het wordt. Kleine druk.