Digson, forensisch expert bij de politie, was erbij toen zijn collega Stanislaus de man doodschoot die haar als tiener verkracht had. Het was wettige zelfverdediging maar haar oversten bij de politie willen haar beschuldigen van moord met als motief wraak. Digson heeft zes weken om haar onschuld aan te tonen maar krijgt op het fictieve Caribische eilandje af te rekenen met enkele gruwelijke moorden. In deze kleine, hechte en gesloten gemeenschap, waar drugstrafiek als normaal wordt aanzien, is iedereen bang van iedereen en zwijgt men liever dan de meedogenloze misdadigers te beschuldigen. Ondertussen beconcurreren de verschillende politiediensten elkaar en is er corruptie tot op de hoogste echelons. De plot is degelijk maar het is vooral de Caribische sfeer met veel beschrijvingen van eten, fauna & flora die je in het verhaal meezuigt. De dialogen tussen de goed beschreven hoofd- en nevenpersonages zijn in een soms moeilijk te lezen fonetisch lokaal dialect neergeschreven en vertragen daardoor het leesgenot. Een leuke detective maar niet voor een groot publiek.