In deze novelle volgen we negen maanden uit het leven van de 15-jarige Bix de Vries. Zijn ouders verhuizen en Bix wil in de schuur wonen. Zijn vader luistert thuis met de koptelefoon op naar jazzmuziek. Zijn favoriet is de trompettist Bix Breiderbecke. Hij heeft zijn zoon naar hem vernoemd 'om de wereld een stukje mooier te maken'. Bix wil Henk-Sander worden genoemd, want dat klinkt veel intellectueler, en hij heeft interesse in filosofie. Hij vindt dat hij zichzelf helemaal alleen moet opvoeden en dat zijn ouders geen manieren hebben. Bix is verliefd op zijn buurmeisje Sofie die operazangeres is. In de zomer gaat Bix in een verzorgingshuis werken en van een bewoner erft hij een grammofoon met platencollectie. De platen en muziek lopen vanaf dat moment als een rode draad door het verhaal. De hoofdstukken zijn kort en hebben veelal een datum als titel. De leefwereld van Bix maakt een surrealistische indruk, waarbij het lijkt of hij de enige is die volwassen denkt. De auteur is beeldend kunstenaar en heeft met deze coming-of-age roman een verrassend debuut geschreven. Vanaf ca. 15 jaar.