Fatima is een concubine van de sultan. Haar vredige wereld wordt verstoord door de komst van de Spaanse Inquisitie, die haar vriend Hassan, een kaartenmaker met magische krachten, wil verhoren en martelen. Fatima en Hassan slagen er met veel moeite en tegenslagen in om te ontsnappen. Ze varen westwaarts over de oceaan, op zoek naar het eiland van de vogelkoning. Wanneer ze het eiland vinden, blijken er nog altijd veel problemen over te zijn. In dit verhaal worden de grote verschillen in geloof en de beleving ervan duidelijk gemaakt. Fanatisme en laksheid wisselen elkaar af, om uiteindelijk in een soort van gewapende vrede te eindigen. De personen in het verhaal leven in een droomwereld waarin de harde realiteit soms toeslaat. Zij zijn niet geloofwaardig, maar dat is ook niet nodig in een sprookjesverhaal. De afloop is zeer onduidelijk, de lezer moet zelf een passend einde verzinnen. Al met al een boeiend verhaal, waarin menselijke waarden centraal staan.