Beer ligt, samen met Mol, heerlijk op een bed van blaadjes in winterslaap. Ze 'slapen, snurken en zagen', en op een dag schrikt Beer opeens wakker. Hij had een droom, precies waarover weet hij niet, maar iets met een bij. De bij vraagt of hij droomde van een bloem, of van bomen of een bos, maar Beer droomde van een veld vol met jonge planten. Hij duikt in het veld, seizoenen lang, tot het gaat sneeuwen en het weer tijd wordt om in winterslaap te gaan, samen met Mol die een groot ondergronds hol heeft gegraven. Bijzonder ontroerend prentenboek waarin de gang der seizoenen op een schitterende wijze is verbeeld. De zaadjes, de ontkiemende planten, de zomerse bloemen, de herfstbladeren, het geheel besneeuwde landschap, ze vormen één geheel met Beer die er zo van geniet. En de kleuren passen helemaal bij de seizoenen. Op elke spread zijn bijen te zien, en eveneens een molshoop (waar Mol aan het werk is voor het winterhol van de twee vrienden). Het motief van de droom is goed uitgewerkt; uiteindelijk neemt Beer de droom mee naar het winterhol en zegt de mooiste dromen bij Mol te hebben. Vanaf ca. 4 jaar.