Mike is de grootste en gemeenste hond uit de wijde omgeving. Hij gedraagt zich niet alleen gemeen, maar ziet er ook nog zo uit. Als hij op een dag de achterklep van zijn auto opent, zit daar ineens een wit konijntje in. Eigenlijk vindt Mike het een schattig beestje, maar hij wil dat niet bekennen en gooit het konijntje eruit. De volgende dag vindt Mike twee konijntjes in zijn auto. Na een paar dagen zelfs een hele familie. Als Mike een stoere monsterrace bezoekt en daar al zijn vrienden ziet, hebben de konijntjes zich opnieuw in de auto verschanst. Hoe kan Mike nu laten zien dat hij niet te soft is? Dit geweldige verhaal is ook nog eens grappig geïllustreerd in cartoonstijl. Mike ziet er gemeen uit en als hij kwaad wordt, is dat te zien in de tekst of in de achtergrond van de afbeeldingen. Het leuke is, dat Mike in het boek stiekem toch verandert: van een stoere bonk in een lieve vriend voor de konijntjes. Dit boek schreeuwt om een vertaling in het Nederlands. Vanaf ca. 4 jaar.