Beschrijving van het dagelijkse leven van een gezin uit de Betuwe eind jaren zeventig. De bittere weduwe Betsy woont in bij haar dochter, schoonzoon en hun twee kinderen. Zij tiranniseert het hele gezin met haar grillen. Verbaal en fysiek geweld zijn aan de orde van de dag. Kleinzoon Joshua is een stille en onzekere tiener, die zwaar gebukt gaat onder het huiselijk geweld. Hij besluit de dagelijkse beslommeringen op te schrijven en doet hierbij uitgebreid verslag over de uitspattingen van Betsy. Tevens blikt hij terug op haar verleden. Ook de overige huisgenoten worden geanalyseerd in een poging te begrijpen hoe het kan dat het hele gezin in de ban is van deze nare vrouw. Auteur Gussekloo weet in deze debuutroman de personages met precisie te schetsen, waardoor men zich goed kan inleven in het verhaal. Er wordt veel schuttingtaal gebruikt en gewelddadige situaties beschreven die bij lezers een gevoelige snaar kunnen raken. Het boek wordt langzaam opgebouwd waardoor het soms wat taai wordt om te lezen. Tevens is er geen afrondend einde. Dit kan een ietwat onbevredigend gevoel geven.