Een stripdocumentaire van Guy Delisle over Birma. De Canadese striptekenaar Delisle woonde een jaar in Birma, omdat zijn vrouw daar werkte voor Artsen Zonder Grenzen. Delisle maakte eerder al autobiografische stripromans over China en Noord-Korea. In allebei de boeken lazen we vooral over de peilloze verveling die Delisle toen meemaakte. In Birma, waar hij veel thuis zit als zijn vrouw van huis is tijdens haar bezoeken aan hulpverleningsprojecten, maakt hij ook niet veel mee, zo lijkt het in eerste instantie. Hij zorgt voor hun zoontje Louis en worstelt met een defecte airco, een muisarm en hij moet heel veel moeite doen om geschikte inkt voor zijn tekenpen te vinden. Hij reist twee keer met zijn vrouw mee naar de buitengebieden, zodat we ook zien hoeveel moeite het de hulpverleners kost om hun werk te doen. Delisle is een beperkt tekenaar, maar wel een onderhoudend verteller. Hij laat ons met zijn boek weer een karrenvracht aan veelzeggende details zien uit een land waar nauwelijks informatie vandaan komt. Dat is de grootste kracht van zijn werk en hij heeft daar een meer dan uitstekende neus voor. Uitgave in zwart-wit. Van deze herdruk is alleen de titel veranderd.