De auteur (1962) heeft een breed opleidingsniveau: bioloog, onderzoeker, advocaat, theoloog, filosoof, wetenschappelijk docent. Dat komt ook tot uitdrukking in de inhoud van dit boek. Het gaat niet alleen om het door empathie invoelen en zich verplaatsen in het doen en laten van een das, otter, vos, edelhert en gierzwaluw (staand voor de oerelementen aarde, water, vuur en lucht). Hij doet onverwacht en verregaand onderzoek om zich in een dier in te leven: wie gaat er, samen met een zoon van 8 jaar een paar maanden in een hol in het bos wonen en leven om zich das te voelen? Op handen en voeten het terrein verkennen. Ervaren hoe bijv. geur en smaak van verschillende regenwormen zijn? Of slapen in de stad als een stads-vos? De vele ervaringen worden niet alleen vermeld, maar ook uitgebreid belicht vanuit filosofische, mystieke en soms religieuze achtergrond. Het functioneren van mens en dier in levensbeschouwelijke zin komt daarbij in uitgebreide, literaire volzinnen naar voren. Dit boek is dus veel meer en anders dan een ‘gewoon’ verhaal over dieren. Het roept op tot denken. Gericht op lezers die de filosofische uitdaging aan durven. De dierenverhalen zijn bijzonder, maar in wezen ondergeschikt.
Zie a.i.'s deze week voor de Nederlandse uitgave.