Alan, de nieuwe buurman van Wilf, dreigt de wereld te vernietigen. Wilf is een piekeraar en voor alles bang: voor tandartsen, ballonnen, sneeuwmannen die hem opeten etc. En van pindakaas wordt hij zenuwachtig. Die angst zit al generaties in de familie. Hij heeft een stinkend zusje en als huisdier een houtwants. Buurman Alan heeft een robot, hond en papegaai aan zijn zijde. Hij droomt ervan als piraat met een levensgroot kanon de baas van de wereld te worden. Daarvoor bestelt hij een bouwpakket om een piratenschip te construeren. Wilf tracht dit plan tevergeefs te saboteren. Op het schip gaat de strijd echt beginnen: met een vliegdekschip, met de onderzeeër van kapitein Baily, verstekelingen, een schatkist en een landing op een, vermeend onontdekt, eiland. Zal Wilf de strijd weten te winnen en zijn angsten leren beheersen? De intro van dit in redelijk eenvoudig Engels geschreven verhaal, trekt de lezer meteen dit slapstickverhaal in. De tientallen hilarische zwarte pen-inktillustraties en de lettertypen van de tekst in alle soorten en maten zullen daarbij helpen. Vanaf ca. 9 jaar, en voor Engels als tweede taal goed bruikbaar in de bovenbouw van het basisonderwijs.