Vic woont samen met haar familie in een oude caravan aan de kust. Hun piratenschip zijn ze kwijt door toedoen van de gemene Captain Guillemot. Niemand mag weten dat ze piraten zijn, maar dat valt niet mee. Piratenkinderen houden niet van school, maar van wilde spelletjes, vechten, boeren laten, poepgrapjes, snoep en slecht eten. Als Vic, haar jongere broertje Bert en hun kleine zusje Maud alleen thuis zijn, besluiten ze eropuit te trekken, gewapend met sabels en het bijzondere piratensieraad 'the Blighty Bling'. Dat loopt uit op een ontmoeting op zee met de gevaarlijke Guillemot. Een eenvoudig opgezet, avontuurlijk verhaal met grappige aanvullende zwart-witillustraties. Het taalgebruik is af en toe wat plat (farty pants) maar het geheel blijft vlot lezen. De tekst is verdeeld in korte hoofdstukken, met ruime interlinie en marge. De Britse auteur werkte als journalist en editor. Na twee prentenboeken is dit haar eerste jeugdboek. Ook leuk voor Nederlandstalige kinderen in de bovenbouw basisonderwijs. Vanaf ca. 9 jaar.