De afgelopen jaren zijn er nogal wat geschiedenissen van de filosofie in het Nederlands verschenen. De meeste zijn omvangrijke boeken die samenhang en wederzijdse invloeden beschrijven. Het 'Basisboek westerse filosofie' houdt het bescheiden en relatief eenvoudig. Het boek is voortgekomen uit een introductiecursus filosofie die al een aantal jaren verzorgd wordt door de Internationale School voor Wijsbegeerte (ISVW) in Leusden. In elf hoofdstukken, geschreven door vakkundige docenten, worden enkele van de belangrijkste westerse filosofen besproken: de presocraten, Plato, Aristoteles, Thomas van Aquino, Descartes, Hume, Kant, Hegel, Nietzsche, Simone de Beauvoir en Foucault. De nadruk bij de bespreking ligt op metafysica, de kentheoretische vragen naar het bestaan en het wezen van de werkelijkheid. Ieder hoofdstuk bestaat uit een inleiding, hoofdtekst, biografie in afzonderlijk blok, een tekstfragment en een zeer beknopte literatuuropgave. Achterin is een verklarende woordenlijst te vinden. Zeer basaal, voor beginnende belangstellenden in de filosofie en voor bijvoorbeeld profielwerkstukken voor scholieren.