Toegankelijk handboek voor zinsontleding dat leerlingen en studenten inzicht wil verschaffen in de manier waarop zinnen zijn opgebouwd. Het gaat hierbij niet om het zinloos van buiten leren van regeltjes om die klakkeloos toe te passen, maar om door eigen taalgevoel en reflectie begrip te ontwikkelen. Er wordt aandacht besteed aan zowel redekundig als taalkundig ontleden en de relatie daartussen; de voorbeelden komen ook uit andere talen. Elk hoofdstuk wordt afgesloten met oefeningen en vragen; de antwoorden zijn te vinden op de bijbehorende website met aanvullend materiaal, waardoor het boek ook geschikt is voor zelfstudie. Schematische zwart-wittekeningen verduidelijken de theorie en grijze kaders geven extra informatie. Er is een hoofdstuk over het lesgeven aan kinderen en over moderne wetenschappelijke ontwikkelingen. Geschikt voor studenten Nederlands en scholieren in de bovenbouw havo/vwo en als naslagwerk voor iedereen die zijn kennis wil opfrissen. De auteur is Nederlands taalkundige en docent aan een hogeschool. Dit boek is gebaseerd op de reader die hij voor zijn studenten schreef. Met een beredeneerde literatuurlijst en een register.