Persoonlijke herinneringen en liefdesgeschiedenissen worden verweven met verhalen van beroemde mensen die Cuba in de twintigste eeuw bezochten. Zoals de dichters Robert Desnos en Federico Garcia Lorca en de schrijvers Jean-Paul Sartre, Simone De Beauvoir, Ernest Hemingway en Anaïs Nin. De 26 hoofdstukken in niet chronologische volgorde vormen een literaire en muzikale odyssee geschreven in een poëtische en gedetailleerde stijl. De titel is ontleend aan een lied van The Stranglers en vat het boek goed samen: een barokke warboel van mooie, ontroerende verhalen met veel namen, titels, citaten, soms ook in het Spaans, maar altijd met vertaling, die het de lezer niet altijd makkelijk maakt, maar die de hectiek en de sensuele sfeer van het eiland en zijn hoofdstad Havana goed weergeeft. Achterin een bronnenlijst en een uitgebreide lijst met boeken, platen en films over Cuba. De schrijver heeft al meer boeken over eilanden op zijn naam staan zoals San Michele. Duidelijke druk.