Elliot lijdt sinds zijn geboorte aan een angststoornis, waarvoor hij elke dag pillen slikt. Zijn pillen raken op en wanneer zijn moeder er de dag voor Kerst in ijzig winterweer op uit trekt om nieuwe te halen, wordt ze gegijzeld door twee Kerstmannen. Elliot moet zijn angsten onder ogen zien in een zoektocht haar te vinden. De uitwerking van de plot is even bizar als die klinkt. De auteur staat bekend als iemand die de duistere kant van het bestaan niet schuwt in sinistere, avontuurlijke verhalen. Deze titel sluit prima aan bij zijn oeuvre van schurende literatuur. Wat moet de lezer met de bizarre, ongeloofwaardige gebeurtenissen waarin Elliot verzeild raakt? In hoeverre zijn ze echt? De twijfel van de lezer wordt subtiel en slim versterkt door Elliots gesprekken met zijn dode zusje. Veel perspectiefwisselingen (afwisselend Elliot in ik-vorm en andere personages in personale vorm) moeten de vaart en spanning erin houden. Het is aan de individuele lezer om te bepalen in hoeverre hij in de absurditeit mee kan gaan en inderdaad spanning ervaart of afhaakt. Vanaf ca. 13 jaar.