Na een korte uitleg over bang zijn volgen twee korte verhalen in de ik-vorm om de 'theorie' toe te lichten. In het ene verhaaltje is de hoofdpersoon een meisje, in het andere een jongen. De gekozen voorbeeldsituaties 'bang zijn voor school' en 'verdwalen' lijken goed aan te sluiten bij de leefwereld van de doelgroep. Kort en bondig wordt vermeld wat bang zijn is, hoe het voelt en de mogelijke nuances daarin. In de tekst worden regelmatig vragen gesteld. De zinnen zijn kort. Moeilijke woorden, vetgedrukt in de tekst, zijn opgenomen in een woordenlijst achterin. De vrij grote illustraties vullen de gehele bladspiegel. De tekst staat in egale gedeelten van de illustratie in een grote, speelse letter. Tekst en illustraties vullen elkaar goed aan. Er zijn veelal zachte kleuren gebruikt, zwart omlijnd. Bij kledingstukken lijkt de structuur van de stof afgedrukt. Figuren hebben een poppengezicht met weinig mimiek, emoties worden met een pennenstreek duidelijk weergegeven. Een register en tips voor ouders en leerkrachten zijn opgenomen. In deze nieuwe serie verschenen ook delen over boosheid, verdriet en blij zijn*. Een bruikbaar boek voor (beroeps)opvoeders. Vanaf ca. 3 t/m 5 jaar. *zie a.i.'s deze week.