Banda

    Mediumsoort
    Boek
    ISBN
    9789401917537
    Verschijningsdatum
    Jaar van uitgave
    2021
    Taal
    Nederlands
    Categorie
    Non-Fictie
    Leeftijdsgroep
    Volwassenen
    SISO
    948 - Delen van het land
    Moeilijkheidsgraad
    Gemiddeld
    Onderwijsniveau
    H
    Uitgever
    Uitgeverij Omniboek
    Aantal pagina's
    208 pagina's, 16 ongenummerde pagina's platen
    Hoogte
    220
    Breedte
    139
    Aantal banden
    1
    Bestelnummer
    2020455092
    NUR code
    691

    Aanschafinformatie

    Jan Pieterszoon Coen is hét symbool van alles wat mis was met de VOC. Die reputatie is vooral gebaseerd op zijn actie op de Banda-eilanden in 1621. Omdat de Bandanezen niet alleen aan de VOC, maar ook aan andere Europese handelaren hun nootmuskaat en foelie verkochten, veroverde een oorlogsvloot onder leiding van Coen de eilanden om het handelsmonopolie van de VOC te handhaven. Enkele honderden bewoners gingen een bestaan als slaaf in Batavia tegemoet en een kleine groep wist te ontkomen naar de Kei-eilanden, maar de rest van de bevolking (enkele duizenden mensen) werd over de kling gejaagd of kwam om door honger. De schrijfster, historica, haalt de welbekende feiten over het voetlicht, gaat na hoe er in de loop der tijd over Coen is gedacht in onder meer (jeugd)literatuur, en stelt dat de VOC-mentaliteit (winstbejag zonder oog voor de nadelige gevolgen voor natuur, milieu en mens) nog steeds springlevend is, evenals discriminatie door blanken van mensen met een andere huidskleur en cultuur. Het boek met enige activistische trekjes zet de herdenking van de massamoord van 1621 kracht bij. Met een katern illustraties in kleur, eindnoten en een literatuuroverzicht.

    Uitgeversinformatie

    ‘Daer can in Indiën wat groots verricht worden.’ Deze woorden van Jan Pieterszoon Coen prijken in gouden letters boven de deur die toegang geeft tot de Regentenkamer in het gebouw van de Tweede Kamer. Nog steeds wordt Coen, die verantwoordelijk was voor de genocide op de Bandanezen, vereerd als grondlegger van een koloniaal rijk.
    Vóór de komst van de Europeanen vormde Banda het centrum van een goed functionerend handelsnetwerk in nootmuskaat en foelie. Daaraan kwam abrupt een einde toen Nederlandse schepen in 1599 de kleine archipel bereikten. De Nederlanders dwongen de Bandanezen de handel met andere volken te staken en uitsluitend aan de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) te leveren. Natuurlijk verzetten de eilandbewoners zich tegen deze absurde eis, waarop het VOC-bestuur besloot om hen met geweld van hun land te verdrijven en er een plantagekolonie te stichten. Coens brute optreden uit 1621 was het sluitstuk van een reeks geweldsdaden waarbij de Bandanese bevolking werd verjaagd, vermoord en tot slaaf gemaakt.
    In Banda laat Marjolein van Pagee zien hoe dit alles zich verhoudt tot de VOC als bezettingsmacht en het koloniale onderdrukkingssysteem dat hieruit voortkwam. Van Pagee plaatst de genocide in de grotere context van de ‘vaderlandse geschiedenis’ en dus het ontstaan van Nederland als natiestaat.