Suzette en Alex hebben een dochtertje, de zevenjarige Hanna. Ze praat niet, is op geen school te handhaven en een babysitter komt geen tweede keer. Alex, overdag niet thuis, ziet haar als een engeltje, maar Suzette wordt geconfronteerd met de haat van haar kind. Dan praat Hanna ineens wel tegen haar, in het Frans, met de stem van de overleden heks Marie-Anne. Maar niemand gelooft haar, behalve de nieuwe psychologe. Hanna wil haar moeder uit de weg ruimen om haar vader voor zichzelf te hebben. Suzette vreest voor haar leven nadat er met haar medicijnen is geknoeid, ze in punaises is getrapt en 's nachts haar haar is afgeknipt. Na een aanslag met vuur wordt Hanna eindelijk opgenomen in een besloten inrichting. De auteur debuteert met een angstaanjagende psychologische thriller. Er zijn twee perspectieven in de derde persoon: de diabolische en manipulatieve Hanna en de chronisch zieke, bange Suzette, die zich ook nog schuldig voelt. Het is af en toe erg spannend, de lezer gaat mee in Suzettes angst, maar op het slot zakt het iets af. Al met al een prima thriller met een open einde.