Prentenboek gebaseerd op een Nigeriaans slaapliedje. In steeds twee spreads wordt een aspect van het samenzijn van een volwassene met een baby uitgewerkt. Er gebeurt veel. Bijvoorbeeld het oproepen van de wind voor het bellenblazen, zodat het kind als een schip door de lucht kan zeilen. Of samen zingen onder de sterren, zodat die in de kamer van de baby komen. De maan wordt gesmeekt om in die kamer te schijnen en de donkere wolken zijn als een deken voor de baby. De baby wordt uiteindelijk door vader en moeder liefdevol vastgehouden, zodat ze samen in dromenland komen. Het verhaal laat vooral de warmte en tederheid zien tussen ouders en baby's. Er is sprake van een diversiteit bij de volwassenen. De illustraties, steeds over een hele spread, zijn niet heel bijzonder, maar laten wel de liefde voor de baby goed zien. En dat is eigenlijk het doel van het liedje (een soort bakerrijmpje) en de illustraties. Prentenboek met grote illustraties. Vanaf ca. 3,5 jaar. Ook geschikt om aan jongere kinderen voor te lezen.