In 2005, als Bran tien jaar is, verdwijnt haar moeder in een boeddhistisch klooster. Bran laat ze achter bij haar voormalige vriend. Die runt met zijn familie in Zuid-Californië een plantenkwekerij. Ze geven ook onderdak aan een criminele motorbende. Bran groeit op bij de asociale Hendersons op de kwekerij. Hard werken na schooltijd, slapen in een schuurtje, de bikers op afstand houden. Op school raakt ze bevriend met andere buitenbeentjes zoals Jay, de geadopteerde zoon van rijke Californiërs met een passie voor dans. Via hem leert ze later de student Peter kennen voor wie ze valt als een baksteen. Hij imponeert haar met zijn kennis van literatuur, filosofie, geschiedenis, kunst. Haar vriendschappen, relatie met de erudiete Peter die er ook nog een verloofde op nahoudt, het loskomen van de Hendersons en haar zoektocht naar een doel in het leven zijn de voornaamste thema's in het verhaal. Eigentijds coming-of-age verhaal, onderhoudend, intelligent geschreven, geestig ook, maar niet helemaal bevredigend en overtuigend.