West-Berlijn heeft in de jaren '80 twintigers als filosofiestudent Thomas en kunstenares Luise niets te bieden: geen betaalbare woonruimte, geen werk en - in de leuze van de punkbeweging - 'No Future'. Hun felle afkeer van ideologieën, de gevestigde orde en vooral van de generatie van '68 uit zich in rebellie, krakersacties, vrije liefde. Catastrofes, zoals het voortijdig overlijden van een vriendin, de kernramp in Tsjernobyl en de aidsepidemie, spelen daar doorheen. Naast ik-vertellers Thomas en Luise is er een wij-verteller, die stem geeft aan de vele romanfiguren die zo een koor van opstandige twintigers vormen. Een zeer gedetailleerd verhaal vol sociaal-politieke referenties en uiteenzettingen, waarin het richtingloze levensgevoel van een heterogene groep jongeren uit de jaren '80 raak maar met loden ernst verwoordt. Deze roman van de Duitse socioloog Bude (1954), auteur Wieland (1958) en beeldend kunstenaar Munk (1960), die de zwart-witschetsen maakte, is een requiem, een Bildungsroman en vooral een indringend portret van een generatie en van een stad.