De schrijver was tot zijn dood in 1942 voorzitter van de internationale Theosofische Vereniging. In korte artikelen (eerder verschenen in diverse soorten theosofische publicaties), aan het eind in de vorm van antwoord op vragen van adepten, belicht hij op gedreven wijze veelsoortige tradities, leringen en bronnen van tijdloze wijsheid. Soms is dat ingebed in een specifiek, theosofisch jargon, soms met wat wat ouderwets aandoende statements ('Het nalaten van een barmhartige daad wordt het doen van een doodzonde'), maar steeds prikkelt de stellingname. De feitelijke informatie en occulte, esoterische kennisoverdracht is bijna encyclopisch. De Purucker komt over als een erudiet, zelfkritisch en integer onderzoeker, die niet houdt van mystieke wonderen en paranormale blabla. Hij komt met buitengewoon boeiende speculaties (er komt pas een grote Europese natuurramp over 16.000 jaar!) en doet voor de vuist weg in lezingen schitterende uitspraken ('Leed, lijden, ziekte en pijn behoren tot de welwillende instrumenten, de barmhartige dienaren van het eindeloze evolutieproces'). Veel van zijn materiaal heeft ook meer dan zestig jaar later nog niets aan actualiteit ingeboet. Met zeer uitgebreide begrippenindex van krap 40 p.