Voor het eerst gepubliceerd in 1949, is dit een sfeerrijke historische roman over de jonge Arabella die naar haar rijke peetmoeder mag om daar te worden geïntroduceerd bij de Londense Victoriaanse gemeenschap. Onderweg krijgt ze problemen met haar wagen en klopt, zonder het te weten, aan bij het huis van de rijkste vrijgezel, de heer Beaumaris. Terwijl ze daar schuilt voor de regen, hoort ze zijn gesprek. Hij denkt dat zij weer een van de zoveelste jonge dames is die achter zijn geld aan is. Totaal verbouwereerd zet Arabella daarop een tactiek in die niet helemaal bij een dame uit die tijd past: alhoewel zelf van eenvoudige komaf doet ze alsof ze net zo rijk is als Beaumaris en daarom zijn standpunt herkent. Door die tactiek onstaat een komisch spel en wint ze zijn hart. Luchtige speelse roman dat leest als een kostuumdrama. Hoofdpersonage is soms te kinderlijk en zijlijn onnodig. Hou rekening met de normen en waarden uit de jaren vijftig.
Lichte kost voor fans van de Victoriaanse tijd a la Pride and Prejudice.