Jacqueline van Maarsen was in 1941 en 1942 een vriendin van Anne Frank. Net als in de eerder door haar geschreven boeken 'Anne en Jopie' (1990), 'Ik heet Anne, zei ze, Anne Frank' (2003) en 'De erflaters' (2004) richt ze zich in deze nieuwe uitgave op de vriendschap met haar. Een deel van het beschrevene werd ook in de genoemde titels aangeroerd. Het boek is opgedeeld in drie delen. Van Maarsen vangt aan met een beschrijving van haar leven tijdens de Tweede Wereldoorlog. Vervolgens verhaalt ze hoe ze in de naoorlogse periode aanvankelijk haar best deed om in de luwte te blijven en niet te worden gezien als 'de vriendin van'. Ze stapte echter uit de schaduw toen er her en der zogenaamde vrienden en vriendinnen van Anne opdoken die dat niet waren geweest of haar zelfs niet hadden gekend. Het laatste deel bestaat uit een serie korte vertelsels die generatiegenoten haar over hun leven tijdens de oorlog toevertrouwden. Het boek is geïllustreerd met enkele zwart-witfoto's.