Jones zorgt slecht voor zijn boerderij en de dieren komen in opstand. Hij wordt verdreven; de dieren zijn eigen baas en allemaal gelijk. De varkens die de leiding nemen, krijgen echter ruzie en worden corrupt door de macht. Het regime wordt harder, de idealen van de revolutie worden langzaam verdraaid en vergeten. Boxer, het trouwe werkpaard, krijgt een ritje naar de lijmfabriek in plaats van zijn beloofde rust in de wei. Aan het einde verschillen de varkens in niets van de verdreven boer. Dit is (samen met '1984') het meesterwerk van de Orwell (1903-1950) die het Marxisme aanhing maar spoedig het gevaar inzag van de richting die de revolutie in Rusland nam. Dit is behalve een treffend en aandoenlijk verhaal dan ook een makkelijk te volgen allegorie: het leidende varken Napoleon (=Stalin) maakt ruzie met zijn mede-revolutionaire Trotsky. Jones is tsaar Nicolaas; de schapen en Boxer zijn het proletariaat dat ten prooi valt aan propaganda.