Prentenboek met daarin een tweede fantasievol verhaal over de kleine André en zijn vriendje Muis. De marsmannetjes, die ze in het vorige boek hebben leren kennen, nodigen hen uit om te komen kaasfonduen op de planeet Mars. Na de nodige voorbereiding worden André en Astromuis in opa's raket gelanceerd, uitgezwaaid door familie en vrienden. Na enkele dagen komen ze aan bij een ruimtestation, waar ze vriendin Valentina en haar hond Laika oppikken. Samen maken ze de verre reis naar de rode planeet, waar vele marsmannetjes hen enthousiast begroeten. Voordat ze weer naar de aarde terugkeren, kijken ze met een ruimtetelescoop naar de aarde, en zien daar dat opa in de tuin al vlaggen heeft opgehangen voor hun terugkeer. De paginagrote vrolijk gekleurde illustraties zijn gemaakt in gemengde technieken, met foto's, collagevormen, verf en inkt. De voorleestekst in korte zinnen is speels afgedrukt binnen de illustraties. De schrijver verbleef zelf als astronaut een halfjaar in het Internationale Ruimtestation ISS, en schreef daar het eerste deel over 'André het Astronautje'*. Vanaf ca. 4 jaar. *2012-11-0058 (2012/45).