Een reconstructie van het leven in Amsterdam in de 13e eeuw aan de hand van archeologisch en bouwhistorisch onderzoek. Het boek neemt de lezer mee naar 1275, het jaar waarin Amsterdam voor het eerst in een document is genoemd. Het onderzoekt de aard van de plaats die toen al langer bestond dan Amsterdam, de mensen die aan de oevers van de Amstel woonden en hoe ze zich tegen het water beschermden. Het belicht o.a. waarom de inwoners een privilege kregen van graaf Floris de Vijfde en de rol die Gijsbrecht van Amstel speelde. Informatief en diepgravend geschreven. Met foto's, kaarten en plattegronden in zwart-wit. Voor een brede tot geoefende lezersgroep.
Gabri van Tussenbroek (1969) is bouwhistoricus bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en hoogleraar Stedelijke identiteit en monumenten, gespecialiseerd in Nederlandse bouwhistorie. Hij schreef onder meer ‘De houten eeuw van Amsterdam. Bouwen, werken en wonen in de middeleeuwse stad (1275-1578)’.*
Ranjith Jayasena (1976) is archeoloog. Hij schreef o.a. ‘Graaf- en modderwerk. Een archeologische stadsgeschiedenis van Amsterdam’.**
*2022-47-1847 (2023/28). **2020-20-3398 (2020/27).