Van 1972 tot 1981 maakte Jan Wolkers (1925-2007) van zijn volkstuin in het Amsterdamse complex Amstelglorie een kleine, geleide wildernis. Weer of geen weer brachten hij en zijn (derde) vrouw Karina er veel tijd door. In dagboeken deed hij op zijn eigen, bloemrijke wijze verslag van het werk 'Spitten, schoffelen en groente kweken!', en van zijn observaties 'Hazen rennen stijf over het opgespoten land voorbij het huis van bewaring dat als een Italiaanse woonwijk uit een neorealistische film omhoog rijst voor de metrobaan'. Zijn enthousiasme voor de natuur, de manier waarop hij (en Karina) van het leven geniet(en), lekker eten en (met mate) drinken, seks, het knippen van een heg wat hij vergelijkt met beeldhouwen, maar ook zijn tomeloze schrijfdrift. Onno Blom, officiële biograaf van Wolkers, selecteerde dagboekfragmenten, stukken uit brieven, een vijfentwintigtal foto's en schreef een inleiding en verantwoording. De Volkskrant (22-08-2018) besteedde drie pagina's aan dit boek. In onze haastige tijd had de selectie korter gekund, maar desalniettemin een must voor liefhebbers van (natuur) tuinieren en de schrijver Wolkers. Met verklarende namenlijst.