Voorjaar 1945 op het Noord Friese Waddeneiland Amrum. Hoofdpersoon persoon is de 10-jarige Nanning die samen met zijn vriend Hermann in het ritme van de natuur leeft. De vaders van de jongens zijn soldaten. Volwassenen als hun moeders, Nannings tante Ena en Hermanns opa Arjan bepalen het leven op het eiland. De jongens helpen bij het zetten van aardappelen, verzamelen vogeleieren, struinen door de duinen en verzamelen wrakhoud op het strand. Het eiland is verdeeld tussen voor- en tegenstanders van het Nazibewind. Na de dood van Hitler komen de tegenstellingen scherp naar boven. Nanning weet niet goed meer wat waarheid en leugen is, en zoekt in de natuur troost en rust. De hoogzwangere en aan het regime trouwe moeder van Nanning komt steeds meer in botsing met zijn tante en de twee voormalige Amerika-gangers, de opa van Herman en de oude ‘Sam Gangster’. De komst van de Britse troepen op Amrum verdeelt de ‘goeden en de slechten’… aangename en meeslepende (jeugd)roman, die licht herinnert aan de roman ‘Deutschstunde’ van S. Lenz. Geschikt ook om te lezen voor Duits op de middelbare school.