Lydia heeft haar leven op orde in Acapulco, Mexico. Gelukkig getrouwd met journalist Sebastian en moeder van zoon Luca (8), werkt ze enthousiast in haar boekwinkel, waar ze aan de praat raakt met een nieuwe klant, de charmante, erudiete Javier. Toevallig ontdekt ze via Sebastian, die schrijft over drugskartels, dat Javier leider is van het kartel dat sinds kort de stad teistert. Als Sebastian een profiel heeft gepubliceerd over dit drugskartel volgen bedreigingen, daarna richt het kartel op het verjaarsfeest van Lydia’s nichtje een bloedbad aan waarbij 16 mensen omkomen, o.a. haar moeder en Sebastian. Lydia overleeft met Luca en weet dat ze moeten vluchten. Dan begint de zware tocht naar de VS, in de hoop onderdak te vinden bij een oom in Denver. Van de Amerikaanse verschenen eerder twee romans. Deze derde is in de buitenlandse media enthousiast besproken, de filmrechten zijn verkocht, maar er is ook kritiek op de beschrijving van Mexico en Mexicanen. Al-met-al is dit een indringende, vrij zwaar aangezette roman die meerwaarde krijgt door de aangrijpende, ontroerende beschrijving van migranten op de vlucht.
Al weken op 1 in de New York Times Bestsellerlijst.