Na de dood van haar moeder gaat Juni naar het Noorse eiland, waar haar moeder en vroeger haar grootouders woonden. Als kind heeft ze er lang bij haar grootouders gewoond. Ze gaat niet alleen het huis opruimen, ze is ook op de vlucht voor haar gewelddadige echtgenoot. In de bezittingen van haar oma ontdekt ze, dat deze al eerder getrouwd was en wel met een Duitse soldaat. Dit is zo nieuw en intrigerend voor Juni, dat zij op zoek gaat naar de achtergrond van de foto en het verhaal achter dit eerste huwelijk. In Noorwegen was het net als in veel andere landen: meisjes die verliefd werden op een Duitser, werden door de gemeenschap afgewezen, zo ook Juni’s grootmoeder. In 1945 gaat zij mee met haar Duitse geliefde. Zij komen in Demmin, een plaatsje ten noorden van Berlijn terecht, waar de Russen het dorp leegplunderen. In wisselende hoofdstukken beschrijft de Noorse schrijfster de lotgevallen van Juni en van Tekla, haar grootmoeder. De huidige tijd van Juni zal voor sommige lezers herkenbaar zijn. Het leven van haar oma, deels op historische feiten gebaseerd, boeiend beschreven