Ronald Gipharts nieuwe roman gaat over mannenvriendschap. Bert Wagendorp en Rick Niemann (om een paar auteurs te noemen) gingen hem hierin voor; het is een thema dat het goed doet. Giphart is erin geslaagd om zes mannen een eigen persoonlijkheid te geven: de womanizer, de krachtpatser, de zorgzame, de organisator, de filosoof en de dwarsligger. Gaandeweg het verhaal krijgt elke man zijn eigen profiel. De vrienden samen zorgen voor de typisch mannelijke groepsdynamiek inclusief (verbaal) haantjesgedrag en (stille) trouw. In Utrecht beginnen zij een bierbrouwerij die ze in vijfentwintig jaar tot een succes maken en kunnen verkopen. Ze beleven hilarische en romantische momenten, maar krijgen ook te maken met verbroken relaties, ziekte en dood. Giphart schrijft toegankelijk. Hij weet de lezer onophoudelijk te vermaken en te ontroeren. Voor maatschappelijke en mondiale issues heeft Giphart weinig aandacht: een manco in een verder vlekkeloos meesterwerk.