Dit is ongetwijfeld het bekendste, maar misschien ook het meest raadselachtige boek van de Duitse filosoof (1844-1900). Zelf beschouwde hij het als het hoogste geschenk dat ooit aan de mensheid werd gegeven. Voor de twintigste eeuw, die in het teken zou staan van het nihilisme en de overwinning op de christelijke moraal, zou het de 'Bijbel' moeten zijn van een nieuw soort adel, de Uebermensch. Zover is het nooit gekomen, hoewel het door zijn extatische toon en visionaire kracht menig denker, dichter en kunstenaar, ook nu nog, inspireerde. Marsmans heldere en informatieve inleiding is nog steeds erg leesbaar, wat niet altijd geldt voor Endts vertaling, die een wat archaïsch Nederlands opleverde, al benadert hij daarmee wel goed de duistere, archaïsche, oudtestamentische atmosfeer van het origineel. Wilfred Oranje publiceerde in 1996 een wat vlotter leesbare, nieuwere vertaling, waarvan in 2006 een volledig herziene editie verscheen*. Paperbackuitgave; kleine druk. Ongewijzigde herdruk. *2006-27-0-089.