De roman speelt zich net na de Tweede Wereldoorlog af. Virgilia, bijgenaamd Gilla, is Genova ontvlucht en woont in een klein dorp, Borgo di Dentro en staat klaar om haar taak als onderwijzeres op te nemen. Een van haar leerlingen is Francesca Pellegrini, een meisje dat niet spreekt en uit een nabijgelegen weeshuis komt. Gilla kijkt vooruit naar de toekomst, gelooft in de wederopbouw. Francesca kijkt terug, naar een gelukkig verleden, toen ze nog bij haar familie leefde. Ze zijn tijdens de razzia's tegen de Joden meegevoerd. Francesca weet niet wat er van hen is geworden. Gilla begrijpt wat er steekt achter het stilzwijgen van het meisje en probeert met geduld in contact te komen met haar. Het boek onderzoekt thema's zoals herinnering, verlies, en wederopbouw en is een getuigenis van de menselijke kracht en veerkracht in tijden van crisis. Het is een boeiend en emotioneel verhaal dat de lezer dwingt om na te denken over de mogelijkheid om na een oorlog de gemeenschap en het gewone leven weer op te bouwen.
Genomineerd voor de Strega Premio 2024