De Amerikaanse tiener Adelaide (17) past in de zomervakantie op vijf honden van leraren van de dure kostschool in New England (VS). Daar zit ze, weliswaar met korting, op omdat haar vader er leraar Engels is. Ze heeft zorgen: vriend Mikey maakte het onverwacht uit, ze weet niet of ze de opdracht waarvoor ze een voldoende moet krijgen om op school te kunnen blijven, op tijd kan afmaken en ze is ongerust om haar jongere broer Toby die afkickt van een drugsverslaving. Als ze met de honden loopt, komt ze een jongen tegen die haar twee jaar eerder al eens een gedicht stuurde. Maar Jack heeft het druk en als het wat lijkt te worden tussen hen, wil hij zich (nog) niet binden. Vindt ze genoeg moed om bij zichzelf te blijven? Van de Amerikaanse auteur (1967) verschenen al veel jeugdboeken. Deze originele tienerroman, in vier delen, is heel boeiend en actueel. Door steeds gebruik te maken van mails, appjes en telefoontjes in de diverse versies die ze in haar hoofd heeft, beschrijft het goed en vooral herkenbaar voor de doelgroep, Adelaide's onzekerheid en twijfel en het groeiproces dat ze doormaakt. Vanaf ca. 15 jaar.