Bundel van een dichter (1960) die filosofie studeerde en wiens debuut 'Miniem gebaar' uit 1995 bekroond werd met de Prijs van de Vlaamse Gids. In 1999 ontving hij de Jan Campertprijs. Gedichten uit deze bundel verschenen in bloemlezingen en in literaire tijdschriften als Tirade en Raster. Onderwerpen zijn het sterven van een vriend, liefde voor ouders, de tegenstelling tussen boeren en natuurbeschermers en een stoere meid op hoge hakken die een autosloperij runt. De cyclus 'Een dagje aan zee' zit vol zon, strand, blauwe lucht en zorgeloosheid. De auteur schreef hem bij de Symfonische dansen van Rachmaninov. Optimisme en geluk blijven als indruk hangen. De gevoeligheid in de beschrijving van gebeurtenissen is bewonderenswaardig. Dat is de kwaliteit van deze bundel. Wie ervan zal genieten? In ieder geval poëzieliefhebbers die toe zijn aan versregels die - figuurlijk en letterlijk - dwarrelen over de pagina's en een mens ruimer doen ademen. Sterke dichter.