In het Ierland van 2012 ontmoet de hoofdpersoon, die naamloos blijft, de mooiste man die ze ooit heeft ontmoet, lang, blond, Ciaran (betekenis, klein, zwart). Die combinatie trekt haar aan en wekt ook haar medelijden. In hun relatie die volgt verliest de hoofdpersoon zichzelf in een obsessie met deze Iers-Deense man. Hij heeft nog steeds innig contact met zijn eerdere Deense vriendin. De hoofdpersoon heeft wel contacten met vriendinnen en haar gescheiden ouders, maar niet genoeg voor een stabiele ondergrond. Zij raakt steeds verder de weg kwijt in geweld, drank, drugs, seks, allemaal wanhoopsdaden (cf titel). Uiteindelijk neemt zij het initiatief om met Ciaran te breken. Later in Athene leert ze aanvaarden dat ze Ciaran nodig heeft gehad om te leren nee, en ook ja, te gaan zeggen. De projectieve identificatie met de dader kan stoppen. Middelpuntzoekende vergetelheid, door kunst-muziek-geweld-seks-drank-drugs in relatie tot trauma - is het een Iers kenmerk? Of algemeen herkenbaar? Dit debuut, dat doet denken aan de boeken van Lisa MacInnerney, kreeg goede kritieken. The Guardian: "Impressive first novel with a niggling strand of moralism." The Times: "Distinctive new voice in Irish literature." Nolan is genomineerd voor de The Sunday Times Young Writers of Thre Year Award 2021.