De familie Muis heeft een zaadje van een pompoen gekregen. Samen graven ze een gat en leggen daar het zaadje in. Elke dag kijken ze vol verwachting tot er een plantje omhoog komt uit de aarde. Eerst zijn de blaadjes klein, maar algauw zijn ze zo groot dat de muisjes eronder kunnen schuilen voor de regen. Er verschijnen bloemen en daarna ook een pompoenbaby. Hij groeit en groeit, totdat hij aan het eind van de zomer rijp is en de muizen de pompoen kunnen oogsten. Ze maken een pompoenfeestmaal, waar ze met alle veertien muizen heerlijk van smullen. Een lief en warm verhaal over hoe een pitje met de juiste zorg uitgroeit tot een prachtige pompoen. Op de spreadvullende illustraties is natuurgetrouw weergegeven hoe een pompoen groeit, vanuit het perspectief van een muisje. Ook de insecten die graag bij pompoenen vertoeven worden benoemd en zijn herkenbaar en aanwijsbaar geïllustreerd. De begeleidende tekst is geschreven in korte zinnen en bevat zoekopdrachten voor de lezer. Leent zich goed om met kleuters te praten over hoe een plant groeit en over waar ons eten vandaan komt. Vijfde prentenboek* van de Japanse illustrator over de familie Muis, bestaande uit opa, oma, papa, mama en tien kleine muisjes; op de laatste tekening worden ze alle veertien benoemd. Vanaf ca. 4 jaar. *'14 muisjes gaan picknicken', 2018-46-1190 (2019/20).