Fran reist als muzikante over de hele wereld tot ze een bericht krijgt, dat haar vader na een hersenbloeding in het ziekenhuis ligt. Ze keert terug naar Londen, waar haar vader in het historische deel van de stad een glas-in-loodatelier heeft. Ze helpt zijn assistent de zaak draaiende te houden, treedt toe tot een kerkkoor en bezoekt oude vrienden. Door te zoeken in haar vaders documenten naar informatie over een te restaureren kerkraam komt ze op het spoor van een dagboek van een vrouw uit de 19e eeuw. Het leven van die vrouw toont overeenkomsten met haar eigen leven. Fran moet haar leven op een rij zetten: de verhouding tot haar vader, de waarheid over haar jonggestorven moeder, de keuze voor een partner en haar toekomst. De rode draad door het in de ik-vorm geschreven boek zijn engelen: in glas-in-lood, in gedaante van gestorvenen, reddende engelen en in voorwerpen. Positieve, maar ook wat langdradige roman. Kleine druk.